Bonobotopiaans voor snotneus, jong en onervaren ventje of meisje

Fieken is een oud Nederlands woord voor geslachtsgemeenschap hebben. Het woord kan terug getraceerd worden tot in elk geval de 15e eeuw. Het woord heeft grote overeenkomst met het Duitse ficken en het Engelse fuck. In noord Nederland was waarschijnlijk fieken in gebruik; in andere delen van het taalgebied werd dit langzaamaan verhollandst tot Fijken.In het preuts-Nederlands is dit woord in onbruik geraakt, in tegenstelling tot het net zo oude woord neuken. Op Bonobotopia daarentegen wordt neuken nauwelijks gebruikt en is het de variant Fijken die dominant is geworden. Het woord heeft op Bonobotopia echter geenszins een negatieve of grove connotatie. Uit eerbetoon wordt het altijd met een beginhoofdletter geschreven, zelfs in vervoegingen of samenstellingen waarbij het het tweede deel van een woord vormt.

gluipen – oud woord voor huichelachtig kijken of loeren. In preuts-Nederlands alleen nog bekend in het afgeleide woord gluiperig.

Gniepen, afgeleid van geniepig. Het kan zowel gebruikt worden als werkwoord, en als zelfstandig naamwoord.

Greter: iemand die gretig is. Op Bonobotopia gebruikt om promiscue personen aan te duiden. Soms ook wel gebruikt als algemene aanduiding voor inwoners van Bonobotopia.

Het huwelijk bestaat niet op Bonobotopia. Het woord huwelijks wordt nog wel gebruikt, als synoniem voor saai.

Kermis verwijst naar een veelgebruikte Bonobotopiaanse uitdrukking: de kermis op de Smuikenbroekse landdagen. Hiermee wordt een plek bedoeld waar helemaal niks te beleven valt. In de ogen van Bonobotopianen is deze fictieve kermis het toppunt van saaiheid. Kermiskop is een hiervan afgeleid scheldwoord.

Het woord mokke is een oud Nederlands woord dat terug te leiden is tot in de 17e eeuw. Het betekende destijds slonzige, lichtzinnige vrouw en had dus een negatieve connotatie. In het hedendaagse preuts-Nederlands kennen we het enkel nog in de vorm van mokkel. Op Bonobotopia heeft het juist weer een positieve connotatie gekregen.

Aanduiding voor een knap of mooi meisje of mooie jonge vrouw.

Nuf is een oud-Nederlands woord voor een meisje dat overal de neus voor ophaalt. Op Bonobotopia gebruikt in de betekenis van preuts meisje. Een veelgebruikte variant is nifnuf.

prengel is een oud Nederlands woord voor lomperik. Het is terug gedateerd tot de 19e eeuw.

slens komt van het werkwoord slensen, hetgeen oud-Nederlands is voor verwelken. 

Aanduiding voor een mannelijk geslachtsdeel. Omdat termen die beschouwd werden als schuttingwoorden in vroegere preutse eeuwen niet of nauwelijks gedocumenteerd werden, is het onbekend of dit woord al in vroegere eeuwen in Nederland in gebruik was, of dat het gebruik is ontstaan ten tijde van de eerste pioniers die op Bonobotopia aankwamen begin 19e eeuw.

Een sloor is een sullige, beklagenswaardige vrouw. Het woord kan terug gedateerd worden tot in de 14e eeuw, maar is in het preuts-Nederlands in onbruik geraakt.

Sluif is een oud Nederlands woord voor voorhuid. Hoewel Ouwe Gilles zelf uit Noord-Nederland kwam, is dit woord afkomstig uit Limburgse en Brabantse dialecten. Kennelijk is het ingebracht door een van de eerste bemanningsleden die uit dit deel van Nederland kwam, en is het woord tijdens de lange zeereis gemeengoed geworden.

Slung is een Bonobotopiaanse vervoeging van het woord Slong. Het is geen scheldwoord of negatieve aanduiding, maar eenvoudigweg een toepassing van de stijlfiguur pars pro toto. In preuts Nederlands doet men hetzelfde als men zegt Even de koppen tellen. Deze vorm wordt veel gebruikt op Bonobotopia: met name als er gerefereerd wordt naar mannen of vrouwen waarbij hun specifieke sexerol van belang is, dan wordt pars pro toto toegepast.

Het woord smuik en alle afgeleiden daarvan worden veel gebruikt op Bonobotopia. In het preuts-Nederlands kennen we dit woord enkel nog in de betekenis van besmuikt. De oorspronkelijke betekenis van het werkwoord smuiken was iets stiekem, in het verborgene doen.

Het smuikenland wordt op Bonobotopia gebruikt als aanduiding voor landen waar volgens de Bonobotopianen een "preutse moraal" heerst. In praktijk is dit elk land anders dan Bonobotopia zelf, dus alle buitenland. 

Het woord Snol is op Bonobotopia geen scheldwoord, maar een geuzennaam voor vrijgevochten en promiscue vrouwen. Seksuele activiteit wordt er als deugd gezien, vandaar dat Snol een positief woord is – het wordt daarom steevast met een beginhoofdletter geschreven. Dergelijke woorden worden op Bonobotopia nooit in combinatie met negatieve intentie gebruikt.Opvallend is dat het woord in het oud-Nederlands helemaal geen negatieve connotatie had: het betekende zoveel als minnares of liefje. Vanaf ongeveer de 17e eeuw is de negatieve lading erin geslopen. Op Bonobotopia heeft er dus een terugwaartse verschuiving in connotatie plaatsgevonden.

Standaard uitdrukking ter aanduiding van een meisje in de seksueel actieve fase van haar leven.

Bonobotopiaanse woord voor jongen of man vanaf de puberleeftijd, dus een jongen of man die potentiëel seksueel aktief is.

Het woord Vot is een oud Nederlands woord dat in elk geval terug te traceren is tot de 16e eeuw. De oorspronkelijke betekenis was gat; later betekende het kont en werd het gebruikt als aanduiding voor het vrouwelijk geslachtsdeel.

Het Votkot is de naam die in de volksmond gegeven wordt aan Heilkliniek De Hete Hoop. Dit is een kliniek gesitueerd op een afgelegen rotspunt van het eiland, waar mensen die een gevaarlijke geslachtsziekte hebben opgelopen verplicht in quarantaine moeten. Als het om vrouwen gaat, wordt er in de volksmond gesproken over het Votkot; als het om mannen gaat dan noemt men het wel de piklik. Het verhaal gaat dat je er nooit meer weg komt; hoewel dit vroeger misschien zo was, zijn er in de hedendaagse praktijk genoeg mensen geweest die er ontslagen zijn na succesvolle genezing.

Vut is een vorm van Vot die wordt gebruikt als pars pro toto om een vrouw aan te duiden in gevallen waarin haar geslacht een rol speelt.